Hokkaidō
Hoewel Hokkaidō het tweede grootste eiland is van Japan's vier hoofdeilanden, wonen er slechts 5.3 miljoen mensen. Dat komt neer op een bevolkingsdichtheid van 63 per km2. Hierdoor bestaat het voor een groot deel nog uit echte ongerepte wildernis en bijzonder mooie natuurgebieden. Er zijn maar liefst zes Nationale Parken, waarvan één op de Werelderfgoedlijst staat. Beren, herten, apen, zwijnen, vossen en tanuki, hier ziet u ze allemaal. Bovendien is het de enige broedplaats van de zeldzame Japanse kraanvogel. Ook cultureel is Hokkaidō uitzonderlijk, dankzij de aanwezigheid van de inheemse bevolking - de Ainu - wiens taal en gebruiken in recente jaren weer meer aandacht krijgen.

Waarom naar Hokkaidō?
Waar is Hokkaidō?
NATUURGEBIEDEN
.jpg)
foto: Wikimedia
Nationaal Park Shiretoko
Een van de meest afgelegen gebieden van Hokkaido ligt op het noordoostelijke schiereiland Shiretoko. Het merendeel is alleen te voet of per boot toegankelijk. Maar "elk nadeel heb z'n voordeel" en in dit geval is dat de vrijwel onaangetaste flora en fauna, zowel op het land als in zee. In dit park leeft Japans grootste populatie bruine beren, vliegen een aantal van 's wereld grootste roofvogels (Stellers zeearend en Blakistons visuil), en zwemmen orcas en potvissen. Ook het plantenleven is divers, met dichte bossen van dennen, eiken en berken, afgewisseld met rotsachtige velden waar zeldzame viooltjes bloeien. Hier valt in elk seizoen wel iets moois te zien en te doen, zeker voor avonturiers. Zou u over ijsschotsen durven lopen, op zoek naar zeehonden? Of op sneeuwschoenen de sporen volgen van herten, vossen en sabelmarters?
Weetje: langs de grillige kust stromen een aantal spectaculaire watervallen de Zee van Ochotsk in - soms met warm water.
.jpg)
foto: Wikimedia
Nationaal Park Rishiri-Rebun-Sarobetsu
In wat nét niet het noordelijkste puntje van Japan is, liggen twee vulkanische eilanden; Rishiri en Rebun. Bij eerst-genoemde domineert de 1721m hoge piek van de Rishiri het uitzicht van alle kanten. Het hoort bij de 100 beste bergen van het land, maar deze uitdaging is alleen 's zomers te beklimmen. Het hoogste punt op Rebun is daarentegen slechts 490m, en men kan in één of twee stevige wandelingen het hele eiland doorkruisen. In de winter kan dat op ski's, of met een sneeuw-kite. Tegenover de eilanden, aan de westkust van Hokkaido, strekt de moerasachtige riviervlakte van de Sarobetsu zich uit over ongeveer 150km2. Dit vormt een onmisbare tussenstop voor trekvogels (eenden, ganzen, zwanen), die hier in het najaar met duizenden tegelijk op af komen.
Weetje: op Rebun zijn prehistorische begraafplaatsen gevonden voor orcas, die door de Ainu aanbeden werden.
.jpg)
foto: Wikimedia
Nationaal Park Daisetsuzan
Precies in het midden van de prefectuur ligt (letterlijk) de "Grote Sneeuwbergen"; het grootste nationale park van Japan, met een oppervlakte die ongeveer de hele provincie Groningen beslaat. De naam is zeer toepasselijk, want er zijn ruim een dozijn bergen van meer dan 2000m hoog. Deze liggen verdeeld in drie vulkanische groepen om een centraal plateau. In het noorden daarvan staat nota bene de hoogste berg van Hokkaido; de Asahidake (2290m). Deze is natuurlijk te beklimmen, maar het kan ook relaxter, aan de andere kant van het park. De berg Kurodake is namelijk te bezichtigen met een kabelbaan die, in een ritje van 7min, tot 1300m hoogte stijgt. Erg mooi in het voorjaar, als de weidebloemen bloeien, én in het najaar, wanneer de herfstkleuren het omringende landschap veranderen. Van november tot mei kunnen winter-sporters ook hun lol op in Daisetsuzan.
Weetje: in de Ainu taal heet deze plek Kamui Mintara - "speelplaats vd goden".
.jpg)
foto: Wikimedia
Nationaal Park Shikotsu-Tōya
De hoofdattracties van dit park zijn de meren Shikotsu en Tōya; beiden gevormd door de caldera's van grotere vulkanen. Het gebied heeft nog altijd behoorlijk wat 'geothermische' activiteit. Ondanks hun noordelijke ligging bevriezen ze 's winters bijvoorbeeld niet. Aan de randen van de meren staan ook enkele echt actieve vulkanen, zoals de Usu, die in 2000 voor het laatst van zich liet horen. Of de Yōtei, die dankzij de opvallende gelijkenis ook wel de "Ezo Fuji" wordt genoemd. Onder gunstige omstandigheden kunnen wandelaars overigens gewoon naar deze kraters lopen. Pas wel op voor sommige heetwaterbronnen - ze zijn niet allemaal geschikt om in te baden... Een andere manier om te genieten van de natuur is met een kalm boottochtje over de extreem heldere wateren. Kampeerders en dagjesmensen kunnen hiervoor speciale transparante kajaks huren.
Weetje: de 400m hoge Shōwa-shinzan (lett. "nieuwe berg") is er pas sinds 1945!
.jpg)
foto: Wikimedia
Nationaal Park Kushiro-Shitsugen
In tegenstelling tot de andere parken van Hokkaido zijn hier helemaal geen bergen te bekennen. Kushiro is een enorm dras-land, waar riviertjes de vrije loop hebben, vele poelen en meertjes vormen, en tig soorten riet en grassen groeien. Hoewel toegang tot het gebied vrij beperkt is, zijn er enkele kilometers aan verhoogde wandelpaden, en kan er op de grote Kushiro rivier gekanood worden. Iets meer tempo nodig? Probeer dan een rondleiding te paard. Even bijzonder is het kleine treintje dat langzaam door het landschap trekt; een enkeltje is 45min. Wat men in ieder geval niet mag missen zijn de lokale vogels. Dit park is namelijk waar men begin 20e eeuw de op dat moment "uitgestorven" gewaande Japanse kraanvogels herontdekte. Deze iconische dieren, met hun rode stip op het hoofd, zijn al eeuwenlang een symbool van lang leven en geluk.
Weetje: er zijn op honderden plekken pijlpunten gevonden uit de steentijd.
.jpg)
foto: Wikimedia
Nationaal Park Akan Mashū
Samen met Daisetsuzan is dit het oudste nationale park in Hokkaido, opgericht in 1934. Met enorme kratermeren (de grootste van Japan), actieve vulkanen, watervallen, heetwaterbronnen en zelfs oerbossen, heeft het eigenlijk voor ieder wat wils. Men kan hier energie opdoen met wat shinrin'yoku ("bosbaden"), zich vervolgens uitleven op de mountainbike, om 's avonds lekker te ontspannen in de onsen. Dat fietsen hoeft trouwens niet eens in de bergen; op een bevroren meer is dit net zo leuk - en spannend. Ook spieringvissen op het ijs is een populaire activiteit. Zo'n 100 dagen per jaar hangt er echter een dikke laag mist over het Mashū meer. Dat geeft het daarentegen wel weer een geheimzinnige sfeer. Het is tevens een belangrijke streek voor de oorspronkelijke bevolking, dankzij wiens inspanning men hier wat kan leren over de lokale geschiedenis en gebruiken.
Weetje: hier groeien flinke marimo - een zeldzame vorm van groenwier, bij ons ook wel bekend als "mosbollen".
STEDEN & DORPEN
.jpg)
foto: Wikimedia
Sapporo
Dit is niet alleen de hoofdstad van Hokkaido, maar ook de grootste stad ten noorden van Tokyo. Bijna twee vijfde van de hele bevolking van het eiland woont in deze ene stad. Al deze mensen moeten natuurlijk wel wat te doen hebben, dus zijn er heel wat goede musea, parken, en andere bezoekswaardigheden, plus de vele jaarlijkse evenementen. Aanraders zijn bijvoorbeeld het grote Nakajima Park, waarin een concertgebouw, sterrenwacht, literatuurmuseum en sporthal liggen. Op het meer in het midden kan men bootjes varen of schaatsen, naar gelang het seizoen. Tegenhanger van deze rust en ruimte is de wijk Susukino; het drukke uitgaansgebied vol restaurants, kroegen, winkels en andere nachtelijke activiteiten. Één plek die apart genoemd mag worden is het Sapporo Bier Museum; voormalige brouwerij van het (mogelijk) oudste bier-merk in het land (opgericht in 1877). Rondleidingen zijn alleen in het Japans, maar wel inclusief drankje achteraf.
Weetje: toen hier in 1972 de Olympische Winterspelen gehouden werden, was het de eerste keer dat dit in Azië plaatsvond.
.jpg)
foto: Wikimedia
Hakodate
Als een van de grootste havensteden in het zuiden van Hokkaido, heeft het een kleurrijke geschiedenis van zowel Ainu, Japanse, als buitenlandse cultuur. Jammer genoeg is twee derde van de stad verloren gegaan bij een grote brand in 1934, maar wat resteert is zeker een bezoekje waard. Een paar van de oudste heiligdommen in de regio staan hier, waaronder de Hachiman-gū (shinto tempel voor de God van de Strijd). Het Oosterse Orthodoxe "Opstandingskerkje" is veel recenter (1860), maar ook bijzonder, net als het vijfhoekige Europese 'kasteel'. Liefhebbers van verse vis en zeevruchten moeten zeker even naar de dagelijkse Asaichi markt, waar honderden kramen specialiteiten zoals zee-egel, inktvis en krab verkopen. Wat voor iedereen leuk is, is de berg Hakodate, op de punt van het schiereiland. Men kan er te voet, per bus, of met de kabelbaan heen voor een top uitzicht over de stad - vooral 's avonds.
Weetje: hier werd de laatste veldslag gevochten tussen aanhangers van de ex-shogun en de nieuwe keizer, in 1869.
.jpg)